“Loop maar door, ergens kom je altijd”, riep ooit eens een roodharig meisje. Het gezicht vol sproeten. Twee vlechten in het haar. En al vroeg klaar om de
Onze fietsbegeleider Harrie was ooit bijna beroepsrenner geworden. Een vervelende blessure stak daar een stokje voor. Maar de fiets aan de haak hangen? Dat nooit. Inmiddels begeleidt fietsgek
“Chi ben comincia è a metà dell’opra”, floept Marianne Checkley er vloeiend uit. Ofwel: een goed begin is het halve werk. Tijdens haar reizen draagt ze de lijfspreuk
“Waanzinnig”. Korte stilte. “Echt, zo geweldig leuk.” In de woonkamer van Wim en Renée Jans struikelen ze over de superlatieven. Terwijl er best bedenkingen waren vóór hun rondreis